Opleidingsnormen

​

​​

ATAS zet zich met hart en ziel in voor het handhaven van hoge opleidingsnormen om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties leraren de best mogelijke opleiding krijgen en dat de Alexandertechniek internationaal blijft floreren. Leraren binnen de aangesloten verenigingen ontwikkelen de nodige vaardigheden en competenties om hen voor te bereiden op hun professionele carrière.

ATAS respecteert de culturele en pedagogische verschillen in opleiding tussen aangesloten verenigingen. ATAS begrijpt ook dat de eisen kunnen evolueren en zich kunnen aanpassen naarmate de resultaten effectief blijken te zijn. De hoge normen blijven hetzelfde, ongeacht de verschillen tussen verenigingen. Elke vereniging volgt de fundamentele principes van de Alexandertechniek en leidt bekwame docenten op.

Aangesloten verenigingen hanteren regels voor opleidingsinstituten, gedragscodes voor stagiairs en leraren en beschikken over mechanismen om klachten eerlijk te verwerken.

De kern van de opleidingsnormen van ATAS is het praktische pedagogische werk. De principes van de techniek worden gedurende drie of meer opleidingsjaren verkend, die doorgaans 1600 uur in beslag nemen. Leraren kunnen zich vervolgens kwalificeren om gecertificeerd leraar te worden binnen hun vereniging. Aangesloten verenigingen hanteren zowel kwantitatieve als kwalitatieve vereisten in hun lerarenopleiding.